Taal en cultuur zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Veel culturele eigenaardigheden zijn dan ook moeilijk of niet te verwoorden in een andere taal.
Op internet circuleren veel voorbeelden van woorden die onvertaalbaar zijn. Vaak staat het Nederlandse woord gezelligheid daartussen, net als het Portugese woord saudade. Maar ook het woord desenrascanço wordt vaak genoemd, met als betekenis "op het allerlaatste moment een prima oplossing improviseren".
Het blijkt dat de Eskimo's een woord hebben – iktsuarpok - om de verwachtingsvolle onrust te beschrijven die je naar buiten doet lopen om te kijken of er iemand aankomt. Die onrust is mij niet vreemd, maar een woord kan ik er in het Nederlands niet voor bedenken (en in het Portugees trouwens evenmin).
Het ontbreken van een woord voor een begrip of situatie heet een taalleemte. Maar het zijn natuurlijk niet alleen woorden die onvertaalbaar zijn maar juist de manier waarop zinnen, en zelfs teksten worden opgebouwd maken het moeilijk om een boodschap in een andere taal op dezelfde wijze over te brengen.
In het dagelijkse leven en bij het verrichten van tolkwerkzaamheden heb ik meer last van taalleemtes dan bij het schriftelijk omzetten van teksten. De factor tijd speelt daarbij natuurlijk een grote rol. Regelmatig loop ik vast als ik bepaalde Portugese zinsconstructies wil gebruiken en er na een paar woorden achter kom dat het in het Nederlands niet zo werkt. Denk bijvoorbeeld aan een opmerking als "Isto (não) faz sentido!" In het Engels wordt dezelfde woordcombinatie gebruikt (that (doesn't) make sense) maar in het Nederlands is er geen één op één vertaling; we kunnen wel zeggen dat iets zinvol, of zinloos is - waarbij je je kunt afvragen of dat toch niet net wat anders is, aangezien het woordje "zin" hier meer duidt op de bedoeling of een resultaat dan op betekenis of logica -, maar een combinatie met het werkwoord "maken" loopt spaak. Natuurlijk zijn er andere vertalingen; we kunnen zeggen "dat slaat nergens op" of "dat snijdt geen hout" of iets dergelijks, maar als ik simultaan aan het tolken ben en ik begin de zin met "dat maakt..." gaat het dus mis en moet ik snel opnieuw beginnen.
Een ander voorbeeld van een Nederlandse zinsconstructie die moeilijk vertaalbaar is, kreeg ik aangereikt van een vriendin, die me vroeg hoe ik het werkwoord "gunnen" in het Portugees zou vertalen - en dan bedoel ik niet de aanbesteding van werkzaamheden, maar gunnen in de zin van iemand iets (van harte) gunnen, blij zijn vanwege het feit dat de ander iets kan doen of krijgt. Het woordenboek geeft "conceder" en "regozijar(-se)" als mogelijke vertalingen, maar beide begrippen hebben eigenlijk een andere betekenis; conceder is meer iets toestaan en regozijar(-se) betekent (zich) verheugen. Een opmerking als "ik gun het je echt" kan dan ook alleen maar (een beetje slap) worden omschreven als "ik ben blij voor je".
Taalgrapjes en humor in het algemeen hebben uiteraard ook veel te lijden als iemand ze probeert om te zetten naar een andere taal. Het overkomt mij in ieder geval heel vaak dat mensen in lachen uitbarsten om iets wat niet grappig was bedoeld en - veel erger - een grapje waar ik zelf om moet lachen niet weten te waarderen. Gelukkig heeft het Indonesisch daar weer een woord voor, "jayus" is een mop die zo slecht is dat je er toch om moet lachen.