of: Het gebrek aan een onderwerp.
Vandaag heeft mijn artikel een rare titel. Ik wil namelijk wat vertellen over het onderwerp, het gebrek aan een onderwerp, en de verschillen daarin in de verschillende talen. Want ja, deze bijdrage zou natuurlijk ook kunnen gaan over het feit dat het moeilijk is iedere keer weer een interessant onderwerp te verzinnen om over te schrijven! Daar heb ik namelijk ook wel eens mee te kampen. Maar ja, dat is “mijn probleem” en daar zal ik u verder niet mee lastig vallen.
geen zin
Het gebrek aan een onderwerp in een zin is echter iets waarover ik wel wat kwijt wil. Het is namelijk zo dat een correcte en - grammaticaal gezien - volledige zin altijd bestaat uit een onderwerp en een gezegde, dat weer bestaat uit een vervoegd werkwoord of werkwoordgroep en eventuele aanvullingen of predicaten. Zonder onderwerp of gezegde geen zin.
Kijk, die laatste zes woorden vormen dus eigenlijk geen correcte zin; ik had moeten schrijven: zonder onderwerp of gezegde is een zin geen zin. In het Nederlands moet het onderwerp van de zin altijd expliciet worden genoemd. Een onderwerp kan wel “loos” zijn - dat is het geval bij onpersoonlijke werkwoorden - maar afwezig is het nooit. “Het regent” is een grammaticaal correcte zin. Het onderwerp is “het” - een loos onderwerp - en het werkwoord is, uiteraard, regenen, vervoegd in de derde persoon enkelvoud. Een ander voorbeeld van een loos (ook wel “tweede”) onderwerp is “er”. Het onderwerp kan overigens natuurlijk best bestaan uit meerdere woorden.
unieke vorm
In het Portugees kan het onderwerp van een zin gemakkelijk worden weggelaten. Het onderwerp ís er wel - en het kan bij het ontleden van de zin ook benoemd worden - maar het hoeft niet expliciet in de zin vermeld te staan. Dat kan in sommige gevallen tot verwarring leiden, maar meestal is het geen enkel probleem. In het Portugees hebben de meeste persoonsvormen van het werkwoord een unieke vorm en passen ze maar bij één onderwerp. Alhoewel die maar uit één woord bestaat, is de zin “vou” dus een volledige zin met als onderwerp “eu” oftewel ik. De derde persoon van het werkwoord kan verwijzen naar meerdere onderwerpen (ele(s)/ela(s)/você(s)) en zal dus vaker in een zin moeten worden vermeld om verwarring te voorkomen.
Loze onderwerpen bestaan niet in het Portugees en zinnen met een onpersoonlijk werkwoord - “Ontem choveu muito” bijvoorbeeld - hebben simpelweg geen onderwerp.
Maria, mijn lief
Een tijd geleden trad ik op als tolk voor een Braziliaanse man die in Nederland een bedrijfsongeval had gehad en door een neuroloog werd onderzocht op hersenschade. Op een gegeven moment vroeg de arts aan de patiënt om een grammaticaal juiste zin te bouwen. Het was 14 februari, Sint Valentijnsdag, en de patiënt zei, na lang nadenken, “Maria, meu amor”. Ik vertaalde dat voor de arts, die helemaal niet tevreden was en mopperde dat dat geen zin was.
Misschien had hij wel gelijk en voldeed het antwoord van de patiënt in grammaticaal opzicht niet aan wat hij wilde horen. Maar eigenlijk vond ik het, gezien de situatie, de bijzondere datum en de emotionele staat van de patiënt, een prachtige uitspraak.