Uit de (ver)taalpraktijk
Een serie blogs over de eigenaardigheden van taal en cultuur, bezien door de ogen van een vertaalster Portugees.
Tolk-Talks
Tolk-Talk is een serie blogs over situaties die ik als tolk in de rechtbank zoal tegenkom, en hoe ik me – de ene keer beter dan de andere keer – staande weet te houden.
Sommige mensen hebben een speciaal talent om vragen te ontwijken en eigenlijk geen antwoord te geven, terwijl ze geanimeerd blijven doorpraten. Al dan niet subtiel, begint de verdachte zelfs over iets anders of haalt allerlei zaken aan die niets te maken hebben met de vraag van de rechter of de advocaat.
En aangezien ik, de tolk, pas na een paar zinnen die hele spraakwaterval zal gaan vertolken (en vaak moet ik zelfs een seintje geven dat de persoon even pauze moet nemen zodat ik kan vertolken), merkt de rechtbank pas relatief “laat” dat het antwoord op de vraag eigenlijk uitblijft. Dus wordt de vraag herhaald, soms in iets andere bewoordingen. Als de verdachte dan wéér geen antwoord geeft en dezelfde – of andere - niet ter zake doende informatie herhaalt, kijkt de rechter of de advocaat twijfelend naar mij en ik zie de onuitgesproken vraag zich vormen in het hoofd van de aanwezigen, of de tolk haar vak eigenlijk wel verstaat … Want blijft het antwoord op de vraag uit omdat de verdachte geen antwoord wil of kan geven, of is het de tolk die de vraag niet goed heeft vertolkt? Als ik dan toe zou geven aan de “natuurlijke” impuls om mezelf te verdedigen, doe ik meer kwaad dan goed. Dus ik houd – net als de verdachte en de rechter – stug en neutraal vol en vertolk voortdurend alle informatie, ook de niet altijd even aardige opmerkingen tussendoor.
Meestal heeft de rechter gelukkig prima door hoe de vork in de steel zit en ik werd als tolk al meermalen verdedigd als een advocaat van de tegenpartij wel eens waagde mijn vertolking te betwijfelen.
Laatst vatte een rechter het heel helder samen voor een vervelende advocaat en zei: “Dat u geen antwoord op uw vraag krijgt ligt niet aan rechtbank en zeker niet aan de tolk; we hebben moeite gedaan om een goede tolk op te roepen, dus de taalbarrière is géén probleem! De verdachte geeft geen antwoord omdat hij dat blijkbaar niet wil!”
Ik moest me inhouden om geen “amen” te zeggen!
Als ik moet tolken bij een hoorzitting voor een Nederlander of Belg die verdacht wordt van een strafbaar feit, dan weet ik dat de verdachte al langere tijd in Portugal vastzit en al een aantal maal verhoord zal zijn geweest. Niet altijd wordt daarbij een tolk ingezet, meestal omdat de partijen (denken dat ze) voldoende Engels spreken. In de rechtbank is de procestaal Portugees en dan is de aanwezigheid van een tolk dus verplicht als de verdachte (of getuige) die taal niet voldoende machtig is.
Zo komt het dus (vaak) voor dat de verdachte, als hij begrijpt dat ik als zijn tolk zal optreden in de rechtbank, buitensporig blij is dat hij “eindelijk” in zijn eigen taal zijn verhaal mag doen en met iemand in zijn eigen taal kan praten over de situatie.
Alhoewel ik duidelijk maak dat ik daar als tolk ben en alles zal vertolken wat hij zegt, probeert de verdachte doorgaans een gesprek aan te gaan wil hij mij meestal zo snel mogelijk van zijn onschuld overtuigen. Het is dan niet altijd makkelijk een puur professionele houding aan te nemen. Ik zeg dan vaak wat algemeenheden en vraag of hij al contact heeft gehad met de ambassade en zijn familie. Ook wijs ik erop dat ik niet degene ben die over zijn schuld of onschuld hoef te oordelen, maar dat ik er alles aan zal doen om ervoor te zorgen dat hij alles meekrijgt van wat er tijdens de zitting gebeurt.
Als hij voorafgaand of na de zitting nog apart met zijn advocaat mag overleggen, vraag ik of hij wil dat ik daar als tolk ook bij ben. Ook al spreken beide partijen goed Engels, het is toch goed om bij zulke belangrijke gesprekken niet te hoeven zoeken naar woorden en alles goed vertolkt te krijgen door iemand die ook op de hoogte is van culturele verschillen en verschillen in het procesrecht, en die daar op een snelle manier uitleg bij kan geven.
Wat te doen als je de persoon voor wie je moet tolken al kent uit je sociale netwerk? Of als je moet tolken voor twee partijen die met elkaar in conflict zijn en je kent één ervan (of beide)? En in het verlengde daarvan: Wat te doen als de ene partij je bij aanvang van een tweede zitting (te) hartelijk begroet en je vervolgens een beetje "claimt", zodat je in de ogen van de andere partij twijfel ziet ontstaan over je onpartijdigheid ...
Dit soort situaties kom ik met enige regelmaat tegen. Ik aanvaard alleen tolkdiensten bij zaken waarvan de zittingen binnen een straal van zo’n 100 km binnen mijn woonplaats (en dat is in Portugal dus) vallen. En zo kom ik dus weleens Nederlanders en Belgen tegen die ik ken.
Dat kan lastig zijn, want opeens kom ik dingen te weten over die persoon die hij/zij liever niet bekend had zien worden, of in ieder geval niet bij zijn mede-landgenoten.
Ik benadruk steeds dat ik als tolk zo goed mogelijk zal vertolken wat er wordt gezegd, dat ik me absoluut onpartijdig zal opstellen en dat ze volledige geheimhouding van mij kunnen verwachten.
Ik begroet personen die ik al ken dan ook niet op al te hartelijke wijze als ik ze in de rechtbank tegenkom. Ik geef ze een hand en zéker geen omhelzing of (in Portugal gebruikelijke) zoen en ik zorg dat de “smalltalk” zeer beperkt blijft.
En zodra de zitting begint stap ik meteen over van “je” naar “u”; dat gaat eigenlijk altijd automatisch, zonder dat ik daarover na hoef te denken. Dat maakt aan alle partijen duidelijk dat ik op dat moment maar één rol heb ten opzichte van de persoon voor wie ik tolk: die van onafhankelijke en onpartijdige dienstverlener!
Ik heb al vaker geschreven over de bijzondere eigenschappen van het menselijke brein, dat is nu eenmaal een onderwerp dat ik bijzonder interessant vind. Terugdenkend aan alles wat me in de afgelopen maanden op persoonlijk en beroepsmatig vlak is overkomen, viel een gebeurtenis op die te maken heeft met het vermogen van de menselijke geest om onze waarneming en interpretatie van gebeurtenissen aan te passen aan onze verwachtingen of aan het beeld dat wij er vooraf van hebben.
Naar mijn mening bestaat "de waarheid" niet altijd, of tenminste kunnen daar meerdere versies van bestaan. Ik heb al te vaak (als tolk bij een politieverhoor of in de rechtbank) verschillende partijen zeer overtuigend hun versie van de feiten horen verdedigen. En dan bedoel ik niet dat een van de partijen met opzet liegt, doorgaans is het zo dat ze daadwerkelijk en oprecht overtuigd zijn dat hun waarneming van de feiten of gebeurtenissen de enige mogelijke – en dus "de waarheid" - is.
Toen we nog in Nederland woonden en met onze kinderen naar Sesamstraat keken, heb ik dubbel gelegen om de aflevering waarin Ernie radeloos probeert uit te leggen wat het verschil is tussen “hier” en “daar”. U kunt zich er wel wat bij voorstellen...
De Nederlandse taal is een plaktaal. We plakken woorden aan elkaar om nieuwe woorden te vormen.
Het kan gaan om samenstellingen, waarbij twee op zichzelf bestaande woorden samen een nieuw woord opleveren of het kan gaan om afleiding waarbij een affix (een voorvoegsel of een achtervoegsel) aan een bestaand woord wordt toegevoegd.
Voorbeelden van samenstellingen zijn tegenwind, rodewijnglas, maximumsnelheid, enzovoorts.
Als het glas half leeg is, is het dan bijna leeg? Of is het juist nog halfvol? Kijkt u meestal naar datgene wat voorbij is of richt u uw blik liever op wat nog komen gaat? En bent u daar dan optimistisch over gestemd?
Optimistische mensen hebben vaak meer succes dan mensen die overal beren op de weg zien en zich daardoor laten afremmen. Maar een zekere dosis realiteitszin is natuurlijk wel een vereiste om te slagen in het leven. Als we geen rekening houden met lastige obstakels die overwonnen moeten worden, kunnen die wel eens onoverkomelijk blijken. Kijk maar naar programma's als " Ik vertrek" en soortgelijke, waarin mensen worden gevolgd die - meer of minder goed voorbereid - hun leven in Nederland achter zich laten om elders een nieuwe start te maken.
"If you think it's expensive to hire a professional to do the job, wait until you hire an amateur."
In de afgelopen jaren ben ik veel voorbeelden tegengekomen van gevallen waarin de communicatie door gebrek aan talenkennis zó verkeerd liep dat er serieuze problemen tussen de partijen ontstonden (of de reeds bestaande problemen alleen maar werden aangewakkerd).
Anderzijds was ik ook regelmatig betrokken bij momenten waarop de rol van de tolk cruciaal was voor het bereiken van een bevredigend resultaat.
Dus ik wil vandaag een lans breken voor mijn collega's en mijzelf.
Hebt u de meertalige menukaarten in uw favoriete restaurant wel eens écht goed gelezen?
Het internet staat vol met grappige voorbeelden van vertalingen die niet goed zijn uitgevoerd. Het kan gaan om waarschuwingsborden, uithangborden en allerhande andere berichten waarbij de vertaler - als die er al aan te pas is gekomen - duidelijk niet goed wist waar hij of zij mee bezig was. Ook allerlei automatische vertaaldiensten die online worden aangeboden hebben daar natuurlijk een handje van, aangezien die geen notie nemen van eventuele context en rücksichtslos woorden of combinaties van woorden reproduceren in de doeltaal. Als je weet wat de oorspronkelijke taal was kun je vaak in één oogopslag wel zien waar het mis ging; als je de "vertaling" terugvertaalt (retroversie) is de verklaring snel gevonden.
Eigenlijk is taal maar een rare manier die we gebruiken om elkaar dingen duidelijk te maken. Ik zeg "raar" omdat ik het verbazend blijf vinden dat de klanken die ik uitstoot door de mensen in mijn omgeving worden begrepen als berichten en boodschappen, terwijl iemand die een andere taal spreekt, van precies diezelfde klanken helemaal níets kan maken.
Ik kan me zo voorstellen dat het ooit allemaal begon met de primitieve mensen die wat klanken van goedkeuring dan wel afkeuring (die bestaan nog steeds, en hóe) naar elkaar gromden en verrast waren dat die ander daar een juiste conclusie aan kon verbinden. En dat dat zo heel langzaamaan doorging met meer en andere klanken, die herhaald werden en steeds verder uitbreidden.
De vraag kwam van een klant, die zich inmiddels behoorlijk goed in het Portugees kan uitdrukken, maar het moeilijk vindt zijn emoties onder woorden te brengen. Zowel in positieve situaties ("Wanneer zien we elkaar weer?" "Wat een fijne avond was het") als in negatieve ("Weet je wat jij kan doen? Je bekijkt het maar!").
Gisteren gebeurde het weer, ik stond in de keuken voorbereidingen te treffen voor het avondeten en de telefoon ging. Telefoon rond dat tijdstip kan maar twee dingen betekenen; Nederland ("Hallo, hallo, ik denk ik bel even voor een kletsje, oh ja, dat is waar ook, het is bij jullie een uur vroeger en, oh ja, je bent aan het koken, goed, ik bel straks wel terug") of een verkoper.
Wij zijn inmiddels gepokt en gemazeld en trappen zelden nog in een glad verkooppraatje, maar dat was in het begin wel anders.
Als je elkaars taal spreekt kun je elkaar begrijpen... of niet. Als je elkaars taal niet spreekt kun je elkaar niet begrijpen... of wel. Begrip is zoveel meer dan het interpreteren van klanken en signalen. Begrip gaat over aanvaarding en herkenning. En over respecteren.
Ik voel me altijd een beetje slecht op mijn gemak als in algemene termen gepraat wordt over mensen uit andere culturen, met andere gewoonten en met een andere taal. Als ik met Portugezen spreek over "de Nederlanders" voel ik dat en als ik met Nederlanders spreek over "de Portugezen" voel ik het ook. Blijkbaar wil de mens nu eenmaal graag generaliseren (ja, ik weet het, ik doe het nu ook).
Taal en cultuur zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Veel culturele eigenaardigheden zijn dan ook moeilijk of niet te verwoorden in een andere taal.
Op internet circuleren veel voorbeelden van woorden die onvertaalbaar zijn. Vaak staat het Nederlandse woord gezelligheid daartussen, net als het Portugese woord saudade. Maar ook het woord desenrascanço wordt vaak genoemd, met als betekenis "op het allerlaatste moment een prima oplossing improviseren".