Selecteer de taal

Twijfelen2 

Sommige mensen hebben een speciaal talent om vragen te ontwijken en eigenlijk geen antwoord te geven, terwijl ze geanimeerd blijven doorpraten. Al dan niet subtiel, begint de verdachte zelfs over iets anders of haalt allerlei zaken aan die niets te maken hebben met de vraag van de rechter of de advocaat.

En aangezien ik, de tolk, pas na een paar zinnen die hele spraakwaterval zal gaan vertolken (en vaak moet ik zelfs een seintje geven dat de persoon even pauze moet nemen zodat ik kan vertolken), merkt de rechtbank pas relatief “laat” dat het antwoord op de vraag eigenlijk uitblijft. Dus wordt de vraag herhaald, soms in iets andere bewoordingen. Als de verdachte dan wéér geen antwoord geeft en dezelfde – of andere - niet ter zake doende informatie herhaalt, kijkt de rechter of de advocaat twijfelend naar mij en ik zie de onuitgesproken vraag zich vormen in het hoofd van de aanwezigen, of de tolk haar vak eigenlijk wel verstaat … Want blijft het antwoord op de vraag uit omdat de verdachte geen antwoord wil of kan geven, of is het de tolk die de vraag niet goed heeft vertolkt? Als ik dan toe zou geven aan de “natuurlijke” impuls om mezelf te verdedigen, doe ik meer kwaad dan goed. Dus ik houd – net als de verdachte en de rechter – stug en neutraal vol en vertolk voortdurend alle informatie, ook de niet altijd even aardige opmerkingen tussendoor.

Meestal heeft de rechter gelukkig prima door hoe de vork in de steel zit en ik werd als tolk al meermalen verdedigd als een advocaat van de tegenpartij wel eens waagde mijn vertolking te betwijfelen.

Laatst vatte een rechter het heel helder samen voor een vervelende advocaat en zei: “Dat u geen antwoord op uw vraag krijgt ligt niet aan rechtbank en zeker niet aan de tolk; we hebben moeite gedaan om een goede tolk op te roepen, dus de taalbarrière is géén probleem! De verdachte geeft geen antwoord omdat hij dat blijkbaar niet wil!”

Ik moest me inhouden om geen “amen” te zeggen!